Toetsterm 5.1 en 5.2 Projecten

Toetsterm 5.1 en 5.2 Projecten

Toetsterm 5.1 De kandidaat kan boekingen maken in projectadministraties van handels- en dienstverlenende ondernemingen.

 

Toetsterm 5.2 De kandidaat kan de resultaten per project berekenen.

 

In het examen is met betrekking tot de projecten een casus met 3 vragen opgenomen.

Casus

Bij een administratiekantoor moet in opdracht van Arend bv een jaarrekening worden opgesteld. Met betrekking tot het aantal hieraan bestede uren en bijbehorende tarieven is het volgende gegeven.

 

Accountant

Groepsleider

Assistent

Uurtarief per medewerker

 

   €   80

 

€ 40

 

€ 20

Opslag indirecte projectkosten 25%

 

  €   20

 

€ 10

 

€   5

Opslag winst 80%

 

  €   80

 

€ 40

 

€ 20

Factureertarief exclusief 21% omzetbelasting

 

€ 180

 

€ 90

 

€ 45

 

Gewerkte uren aan de opdracht

Accountant

Groepsleider

Assistent

Januari

 

2

21

februari

2

3

27

 

Op grootboekrekening 3050 Onderhanden projecten en 8100 Kostprijs projecten worden de nacalculatorische kosten geboekt. De opslag indirecte projectkosten wordt aan het eind van de maand rechtstreeks naar de Onderhanden projecten geboekt.

 

In de financiële administratie is subnummer 11010 Arend bv in gebruik.

Naast de standaardrekeningen zijn de volgende grootboekrekeningen in gebruik:

·        5300 Indirecte projectkosten

·        5350 Opslag indirecte projectkosten

 

De jaarrekening wordt in februari aan Arend bv overhandigd. De verkoopfactuur wordt tegen de bestede uren keer het factureertarief inclusief omzetbelasting aan Arend bv verzonden op 24 februari.

 

De werkelijke indirecte projectkosten bedroegen in januari € 120 en in februari € 220.

 

Vraag 41

Journaliseer

a.     de overboeking van de directe loonkosten in januari;

b.     de boeking van de mutatie onderhanden projecten op 31 januari;

c.      het verzenden van de factuur op 24 februari.

 

RekeningnummerSubadministratieDebetCredit
aOverboeking directe loonkosten
bmutatie onderhanden projecten
cverzenden factuur

Toelichting

a

6000 2 x € 40 + 21 x € 20

 

b

3050 2 x € 50 + 21 x € 25

6000 2 x € 40 + 21 x € 20

5350 2 x € 10 + 21 x € 5

 

c

8400 2 x € 180 + 5 x € 90 + 48 x € 45

8000 2 x € 100 + 5 x € 50 + 48 x € 25

Antwoord indienen
Vraag 42 - vervolg casus

Wat is het resultaat indirecte kosten in februari geweest? Geef ook de berekening en geef aan of het resultaat voordelig of nadelig is.

Het resultaat op indirecte kosten kan als volgt berekend worden:

5300

Indirecte projectkosten

€ 220

5350

Opslag indirecte projectkosten:

2 x € 20 + 3 x € 10 + 27 x € 5

€ 205

 

Nadelig resultaat indirecte kosten

   15

Antwoord indienen
Vraag 43 - vervolg casus

Wat is het verkoopresultaat geweest? Geef ook de berekening en geef aan of het resultaat voordelig of nadelig is.

Het verkoopresultaat kan als volgt berekend worden:

8400

Omzet hoog tarief omzetbelasting

€ 2.970

8100

Kostprijs projecten:

€ 1.650

 

Voordelig verkoopresultaat

€ 1.320

Antwoord indienen